Verzoekster heeft bij de zorgverzekeraar gevraagd een aantal wijzigingen op haar polis door te voeren. Verder heeft zij meegedeeld dat een bewindvoerder is aangewezen. De zorgverzekeraar heeft deze wijzigingen niet goed doorgevoerd. Als een gevolg hiervan zijn ten onrechte gegevens verstrekt aan de partner van verzoekster en is aan hem tevens ten onrechte de beschikking van de rechtbank gestuurd, waarin het bewind is uitgesproken. Verzoekster stelt dat zij door het handelen van de zorgverzekeraar schade heeft geleden. Haar zoon en kleindochter hebben veel tijd moeten besteden en reiskosten gemaakt om de gevraagde wijzigingen alsnog goed door te laten voeren. Verder heeft de partner van verzoekster beroep aangetekend tegen de beschikking van de rechtbank en vordert zij de daarmee samenhangende kosten.
De commissie overweegt dat een causaal verband moet bestaan tussen het handelen van de zorgverzekeraar en de ontstane schade. Verder moet het (i) redelijk zijn dat de kosten zijn gemaakt en (ii) moet de omvang van de kosten redelijk zijn. De commissie oordeelt dat niet is vast komen te staan dat de kosten die haar zoon en kleindochter hebben gemaakt daadwerkelijk voor rekening van verzoekster zijn gekomen. Verder oordeelt de commissie dat geen causaal verband bestaat tussen de ingestelde beroepsprocedure en het handelen van de zorgverzekeraar. Tijdens de beroepsprocedure heeft het Gerechtshof namelijk vastgesteld dat de partner van verzoekster ook op andere wijze kennis heeft kunnen nemen van het ingestelde bewind.

Volledig document openen (pdf)